LeveringDe parochie Heilige Titus Brandsma is een kerkgenootschap. Voor leveranciers aan de parochie hebben wij enkele belangrijke punten op een rij gezet om eenvoudig zaken te doen met de parochie.

Uitsluitend leden van het parochiebestuur zijn bevoegd om de parochie te vertegenwoordigen. In de praktijk (mede door de omvang van het werkgebied van de parochie en de veelheid aan transacties) is het niet mogelijk dat leden van het parochiebestuur de parochie ten allen tijde vertegenwoordigen. In veel gevallen hebben leveranciers te maken met (lokale) vrijwilligers en contactpersonen die namens de parochie verplichtingen aangaan. Deze praktijk werkt veelal uitstekend. Het is voor leveranciers wel van belang om zich er zeker van te stellen dat vrijwilligers namens de parochie verplichtingen mogen aangaan.

Daarom gelden de volgende uitgangspunten:

  • kleine werkzaamheden/leveranties door personen die in het verleden namens de parochie transacties hebben gesloten, zullen door de parochie nagekomen worden. Indien de parochie afwijkt van dit standpunt dan ontvangt u als leverancier hierover bericht;
  • in andere gevallen (en zeker als transacties een bepaalde omvang bereiken) dient instemming door (leden van) het parochiebestuur plaats te vinden;
  • facturen dienen ten allen tijde als volgt geadresseerd te zijn:
    Parochie Heilige Titus Brandsma
    Bergstraat 17
    6701 AB Wageningen
  • bij voorkeur ontvangen wij facturen op het e-mailadres administratie@pztb.nl of per post op het hiervoor genoemde adres. Indien gewenst kunt u de contactpersoon een kopie geven;
  • facturen dienen altijd de plaats van de leverantie te vermelden, bijvoorbeeld: “Salvatorkerk, Adriaen van Ostadelaan 56 te Veenendaal” of “Pastorie Wageningen, Bergstraat 17 te Wageningen”;
  • werkzaamheden of geleverde goederen moeten zo uitgebreid mogelijk omschreven zijn. Een verwijzing naar een offerte is onvoldoende;
  • de naam van de opdrachtgever/ contactpersoon moet vermeld zijn op de factuur;
  • facturen die niet aan bovenstaande eisen voldoen worden niet of met (aanzienlijke) vertraging betaald!

RSIN parochie Heilige Titus Brandsma: 822455377
KvK parochie Heilige Titus Brandsma: 74858289

Bestuur parochie Heilige Titus Brandsma

Een kleine verbouwing en een grote verhuizing Dat is in ’t kort wat er afgelopen maanden gebeurde: locatie Doorwerth bereidde zich voor op de sluiting van haar kerkgebouw en in Oosterbeek werd de noodzakelijke interne verbouwing gerealiseerd. Er is in korte tijd heel veel werk verricht, niet alleen door de aannemer en zijn medewerkers, maar zeker ook door onze onvolprezen vrijwilligers, met de kerkhofgroep als vaste waarde en Miep Geutjes als liaison naar locatie Doorwerth. Locatie Doorwerth werd in februari “dakloos” en Oosterbeek is de natuurlijke plek om parochianen en inboedel (van klein tot groot) een dak boven ’t hoofd te bieden.

  • Zaterdag 20 April : Uit de Handelingen der apostelen 9,31-42.
    In die dagen genoot de Kerk in heel Judea, Galilea en Samaria vrede; zij werd steeds meer bevestigd in de vreze des Heren en nam gestadig in aantal toe door de vertroosting van de heilige Geest. Eens kwam Petrus op een grote rondreis ook bij de leerlingen die in Lydda woonden, en trof daar een zekere Eneas aan, die reeds acht jaar wegens verlam­ming het bed moest houden. Petrus sprak tot hem: 'Eneas, Jezus Christus geneest u, sta op en maak zelf uw bed in orde.' Onmiddel­lijk stond hij op. Alle inwo­ners van Lydda en van de Saron­vlakte zagen hem en bekeerden zich tot de Heer. Er leefde destijds in Joppe een leerlinge met name Tabita, wat in vertaling Dorkas, Gazelle, betekent. Zij was onuitputtelijk in het doen van goede werken en het geven van aalmoezen. Juist in die dagen was zij echter na een ziekte gestorven. Men waste haar en legde haar in een bovenver­trek. Omdat Lydda dicht bij Joppe ligt, stuurden de leerlingen, die gehoord hadden dat Petrus daar verbleef, twee mannen naar hem toe met het verzoek: 'Kom zonder uitstel naar ons toe.' Petrus ging aanstonds met hen mee. Bij zijn aankomst brachten ze hem in het bovenver­trek, waar alle weduwen wenend hem omring­den en al de kleren en mantels lieten zien die Dorkas gemaakt had toen ze nog in hun midden was. Petrus deed allen naar buiten gaan, knielde neer en bad. Toen sprak hij, zich kerend naar het lijk: 'Tabita, sta op.' Zij opende de ogen, zag Petrus en ging overeind zitten. Hij reikte haar de hand en hielp haar opstaan. Vervolgens riep hij de heiligen en de weduwen en gaf haar levend aan hen terug. Dit werd bekend in heel Joppe, zodat velen het geloof in de Heer aannamen.
  • Zaterdag 20 April : Psalmen 116(115),12-13.14-15.16-17.
    Hoe kan ik mijn dank betuigen voor al wat de Heer mij gaf Ik hef de offerbeker, de Naam van de Heer roep ik aan. Ik zal mijn geloften volbrengen waar heel zijn volk het ziet. Want kostbaar is in de ogen des Heren het leven van wie Hem vereert. O Heer, ik ben uw dienaar, uw knecht, de zoon van uw dienstmaagd, Gij hebt mijn boeien geslaakt. Met offers zal ik U loven de Naam van de Heer roep ik aan.
  • Zaterdag 20 April : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes 6,60-69.
    In die dagen zeiden velen van de leerlin­gen van Jezus: 'Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie kan daar naar luisteren?' Maar Jezus, die uit zichzelf wist dat zijn leerlingen daarover morden, vroeg hun: 'Neemt gij daar aanstoot aan? Als gij dan de Mensenzoon ziet opstijgen naar waar Hij vroeger was...? Het is de geest die levend maakt, het vlees is van geen nut. De woorden die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en leven. Maar er zijn er onder u, die geen geloof hebben.' ‑ Jezus wist inder­daad van het begin af aan wie het waren die niet geloofden en wie Hem zouden overleveren ‑. Hij voegde er een toe: 'Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot Mij kan komen, als het hem niet door de Vader gegeven is.' Tengevolge hiervan trokken velen van zijn leerlingen zich terug en verlieten zijn gezelschap. Waarop Jezus aan de twaalf vroeg: 'Wilt ook gij soms weggaan?' Simon Petrus antwoordde Hem: 'Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven en wij geloven en weten dat Gij de Heilige Gods zijt.'
  • Zaterdag 20 April : H. Hildegard van Bingen
    De ziel moet, van het begin tot het einde van elke handeling, met gelijke ijver de zeven gaven van de Heilige Geest vereren. Aan het begin van haar actie verwelkomt zij wijsheid, die zij bezit aan het einde van de angst en bewaart te midden van moed - sterkte van hart -, zij bewaakt zichzelf in hemelse dingen door intelligentie en raad en omringt zichzelf in aardse dingen met kennis en vroomheid: deze moeten met groot respect verwelkomd worden, want zij zijn haar steun. Laat ze zich ondertussen wapenen met standvastigheid door de versiering van verstand en raad, en laat ze zich ook versterken door kennis en mededogen. De beweging van de verstandige ziel en de actie van het lichaam, volgens zijn vijf zintuigen, volgen een en dezelfde weg, omdat de ziel het lichaam niet meer beweegt dan het kan volbrengen en het lichaam alleen werkt volgens wat de ziel in beweging zet. De verschillende zintuigen daarentegen zijn niet van elkaar gescheiden, maar ondersteunen elkaar met grote stevigheid en verlichten de hele mens, om hem ofwel naar boven ofwel naar beneden te leiden, volgens de keuzes van zijn ziel. 

 De kennis van de ziel wekt tranen van berouw op, terwijl zonden haar afkoelen. Want standvastigheid in gerechtigheid brengt het, naast goede werken, de warmte van hogere verlangens. De andere deugden komen de standvastigheid te hulp om aan elke gelovige de stemming van heiligheid - heiligmakende genade - over te brengen: de ziel wordt doordrongen van de dauw en de warmte van de Heilige Geest, deze beheerst het vlees en trekt het mee om God te dienen... Dan brengen alle innerlijke organen hun energie naar de menselijke ziel om haar te dienen. Dus wanneer de ziel de zonde verlaat om de gerechtigheid te vervullen, staat ze op terwijl ze de rede volgt.
  • Vrijdag 19 April : Uit de Handelingen der apostelen 9,1-20.
    In die dagen ging Saulus, die in ziedende woede de leerlingen van de Heer met de dood bedreigde, naar de hogepriester aan wie hij brieven vroeg voor de synago­gen in Damascus, om alle aanhangers van de Weg die hij zou vinden, mannen zowel als vrouwen, gevangen naar Jeruzalem te mogen voeren. Toen hij op zijn tocht Damascus naderde, omstraalde hem plotseling een licht uit de hemel. Hij viel ter aarde en hoorde een stem die hem zei: 'Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij?' Hij sprak: 'Wie zijt gij, Heer?' Hij antwoordde: 'Ik ben Jezus, die gij vervolgt. Maar sta op en ga de stad in; daar zal iemand u zeggen wat ge doen moet.' Zijn reisge­zellen stonden sprakeloos, want zij hoorden wel de stem, maar zagen niemand. Saulus stond van de grond op, maar hoewel zijn ogen open waren, zag hij niets. Zij namen hem dus bij de hand en brachten hem Damascus binnen. Drie dagen lang kon hij niet zien en at of dronk niet. Nu woonde er in Damascus een leerling die Ananias heette, en tot hem sprak de Heer in een visioen: 'Ananias.' Hij antwoordde: 'Hier ben ik, Heer.' De Heer vervolgde: 'Begeef u naar de Rechte Straat en vraag in het huis van Judas naar Saulus van Tarsus; hij is juist in gebed. ‑ Deze zag reeds in een visioen een man, Ananias, binnenko­men en hem de handen opleggen, opdat hij weer zo u zien. ‑ Maar Ananias wierp tegen: 'Heer, ik heb van velen gehoord hoeveel kwaad die man uw heiligen in Jeruzalem heeft aangedaan. Ook hier heeft hij van de hogepriester volmacht om allen die uw Naam aanroepen in boeien te slaan.' De Heer beval hem: 'Ga, want die man is mijn uitverkoren werktuig om mijn Naam uit te dragen onder heidenen en koningen en onder de zonen van Israel. Ik zal hem laten zien, hoeveel hij om mijn Naam moet lijden.' Toen begaf Ananias zich naar het huis, trad binnen en legde hem de handen op met de woorden: 'Saul, broeder, de Heer heeft mij gezon­den, Jezus die u op de weg hierheen verschenen is, opdat ge weer zien moogt en vervuld worden van de heilige Geest.' Op hetzelfde ogenblik vielen hem als het ware de schellen van de ogen. Hij zag weer en terstond liet hij zich dopen. Hij nam voedsel tot zich en kwam weer op krachten. Enige tijd bleef hij bij de leerlingen in Damascus. Terstond begon hij in de synagoge Jezus te prediken en zei: 'Deze is de Zoon Gods.'
  • Vrijdag 19 April : Psalmen 117(116),1.2.
    Looft nu de Heer, alle naties der aarde, huldigt de Heer, alle volken rondom; omdat Hij bij ons zijn goedheid getoond heeft; de trouw van de Heer houdt in eeuwigheid stand.
  • Vrijdag 19 April : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes 6,52-59.
    In die dagen raakten de Joden met elkaar in twist en zeiden: 'Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?' Jezus sprak daarop tot hen: 'Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet zoals bij de vaderen, die gegeten hebben en niettemin gestorven zijn: wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.' Dit zij Jezus bij zijn onderricht in de synagoge van Kafarnaum.

Teksten zijn ontleend aan de website "Dagelijks Evangelie, www.dagelijksevangelie.org" 

Subcategorieën

  • Meest recente aanpassing(en): woensdag 10 april 2024, 16:13:19.