Spreek tot ons over de kinderen
En hij zei:
Je kinderen zijn je kinderen niet.
Zij zijn de zonen en dochters van ‘s levens hunkering naar zichzelf.
Zij komen door je, maar zijn niet van je,
en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.
Jij mag hun geven van je liefde, maar niet van je gedachten,
want zij hebben hun eigen gedachten.
Jij mag hun lichaam huisvesten, maar niet hun zielen,
want hun zielen vertoeven in het huis van morgen, dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen.
Je mag proberen hun gelijk te worden, maar tracht hen niet aan je gelijk te maken,
want het leven gaat niet terug, noch blijft het dralen bij gisteren.
De boogschutter ziet het doel op de weg van het oneindige en hij buigt je met zijn kracht,
opdat zijn pijlen snel en ver zullen vliegen.
Jullie zijn de bogen,
waarmee je kinderen als levende pijlen worden weggeschoten.
Laat het gebogen worden door de hand van de boogschutter een vreugde voor je zijn:
want zoals hij de vliegende pijl liefheeft, zo mint hij ook de boog die standvastig is.
(Uit: De Profeet door de Libanese dichter en schilder Kahlil Gabran)