• Zondag 28 April : Uit de Handelingen der apostelen 9,26-31.
    In die tijd deed Paulus, in Jeruzalem aangekomen, pogingen zich bij de leerlingen aan te sluiten, maar allen waren bang van hem, omdat zij niet konden geloven, dat hij een leerling was. Barnabas trok zich zijn lot aan, bracht hem bij de apostelen en verhaalde hun, hoe hij onderweg de Heer gezien had en dat Deze tot hem had gesproken en hoe hij in Damascus vrijmoedig opgetreden was in de naam van Jezus. Voortaan ging hij in Jeruzalem geregeld met hen om, terwijl hij onverschrokken optrad in de naam van de Heer. Hij sprak en dispu­teerde met de Hellenisten. Deze probeer­den hem te vermoor­den. Toen de broeders dit te weten kwamen, brachten zij hem weg naar Caesarea en lieten hem naar Tarsus vertrek­ken. Nu genoot de Kerk in heel Judea, Galilea en Samaria vrede; zij werd steeds meer bevestigd in de vreze des Heren en nam gestadig in aantal toe door de vertroosting van de heilige Geest.
  • Zondag 28 April : Psalmen 22(21),26-27ab.28ab.30cd.31-32ab.
    Van u komt mijn lofzang in de kring van het volk, mijn geloften los ik in bij wie u vrezen. De vernederden zullen eten en worden verzadigd. Zij die hem zoeken, brengen lof aan de Heer. Overal, tot aan de einden der aarde, zal men de Heer gedenken en zich tot hem wenden. En voor hem zullen knielen wie afdaalt in het stof. wie in het graf zijn neergedaald. Een nieuw geslacht zal hem dienen en aan de kinderen vertellen van de Heer; Aan het volk dat nog geboren moet worden zal het van zijn gerechtigheid verhalen.
  • Zondag 28 April : Uit de 1e brief van de apostel Johannes 3,18-24.
    Dierbaren, wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen maar met concrete daden. Dat is onze maatstaf; daar­door krijgen wij de zekerheid dat wij thuishoren bij de waarachtige God. Dan mogen wij ook voor zijn aanschijn ons geweten geruststel­len, ook als het ons veroordeelt, want God is groter dan ons hart en Hij weet alles. Dierbare vrienden, daar ons geweten ons niet hoeft te veroordelen, mogen wij vrijmoedig met God omgaan. wij krijgen van Hem alles wat wij vragen, omdat wij zijn geboden onderhouden en doen wat Hem aangenaam is. En dit is zijn gebod: van harte geloven in zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben zoals Hij ons bevolen heeft. Wie zijn geboden onderhoudt blijft in God, en God blijft in hem. En dat Hij in ons woont weten we door de Geest die Hij ons gegeven heeft.
  • Zondag 28 April : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes 15,1-8.
    In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijn­bouwer. Elke rank aan Mij die geen vrucht draagt, snijdt Hij af; en elke rank die wel vrucht draagt zuivert Hij, opdat zij meer vrucht mag dragen. Gij zijt al rein dank zij het woord dat Ik tot u gesproken heb. Blijft in Mij, zoals Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, maar alleen als zij blijft aan de wijnstok, zo gij evenmin, als gij niet blijft in Mij. Ik ben de wijnstok, gij de ranken. Wie in Mij blijft, zoals Ik in hem, die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt gij niets. Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij wegge­worpen als de rank en verdort; men brengt ze bij elkaar, gooit ze in het vuur, en ze verbranden. Als gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt dan wat gij wilt en gij zult het krijgen. Hierdoor wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij rijke vruchten draagt; zo zult gij mijn leerlingen zijn.
  • Zondag 28 April : Z. Columba Marmion
    Jezus zelf wilde ons geloof in zijn heiligende werking verlichten door middel van een vergelijking. Hij zei: "Ik ben de wijnstok, jullie zijn de ranken" (Joh 15,5). De ranken leven, maar het sap dat hen vruchtbaar maakt, halen ze niet uit hun eigen wortels. Ze ontlenen hun vitaliteit voortdurend aan het sap dat van de stam komt. Elders uitgelegd is het dit sap dat hen leven geeft. Zo is het ook voor de leden van Christus: goede daden, het beoefenen van deugden, geestelijke vooruitgang en heiligheid zijn zeker van hen; maar het is het sap van genade dat van Christus komt dat deze wonderen in hen bewerkt: "Zoals de rank uit zichzelf geen vrucht kan dragen, tenzij hij in de wijnstok blijft, zo moet ook gij in Mij blijven" (Joh 15,4). In Jezus Christus straalt alles leven uit: zijn woorden, zijn daden, zijn handelingen. Al zijn mysteries, zowel die van zijn kinderjaren als die van zijn dood, verrijzenis en heerlijkheid, bezitten een altijd werkzame heiligende kracht. In Hem is het verleden niet afgeschaft (vgl. Rom 6,9; Heb 13,6). Hij giet voortdurend bovennatuurlijk leven in ons. Maar ons gebrek aan aandacht of geloof verlamt maar al te vaak de werking ervan in onze ziel. Voor ons betekent het goddelijke leven het bezit van heiligmakende genade en onze gedachten, onze genegenheid en al onze activiteit laten uitgaan van Christus, door een intentie van geloof en liefde.
  • Zaterdag 27 April : Uit de Handelingen der apostelen 13,44-52.
    De volgende sabbat kwam bijna de hele stad bijeen om naar het woord van God te luisteren. Bij het zien van die grote menigte werden de Joden zeer afgunstig en beantwoordden de uiteenzetting van Paulus met beschim­pingen. Toen verklaarden Paulus en Barnabas in alle vrijmoedig­heid: 'Tot u moest wel het eerst het woord van God gesproken worden, maar omdat gij het afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig keurt, daarom richten wij ons voortaan tot de heidenen. Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: 'Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde.' Toen de heidenen dit hoorden, verheugden ze zich en spraken ze vol lof over het woord van de Heer, en allen die voor het eeuwige leven bestemd waren aanvaardden het geloof. Het woord van de Heer verspreidde zich over de hele streek. maar de Joden hitsten de godvrezenden vrouwen uit de toonaangevende kringen op en ook de voornaamste burgers uit de stad; zij veroorzaakten een vervolging tegen Paulus en Barnabas en verjoegen hen uit hun gebied. Dezen schudden het stof van hun voeten, ten teken dat zij met hen gebroken hadden en gingen naar Ikonium. De leerlingen echter waren vervuld van vreugde en van de heilige Geest.
  • Zaterdag 27 April : Psalmen 98(97),1.2-3ab.3cd-4.
    Zingt voor de Heer een nieuw gezang, omdat Hij wonderen deed. Zijn hand deed zich krachtig gelden, de macht van zijn heilige arm. Zijn weldaden deed Hij ons kennen, de volkeren zijn gerechtigheid. Opnieuw bleek zijn goedheid en trouw, ten gunste van Israëls huis. Geheel de aarde aanschouwde, wat onze God voor ons deed. Verheerlijkt de Heer, alle landen, weest blij, verheugt u en zingt.

Teksten zijn ontleend aan de website "Dagelijks Evangelie, www.dagelijksevangelie.org"