Een reisgids kwam op weg een bijbel tegen,
ze zaten samen in een weekendtas.
De reisgids was een tikkeltje versleten,
de bijbel of hij pas gebonden was...
"Zeg, sprak de reisgids aarzelend tot de bijbel
- en uit zijn stem klonk zachtjes een verwijt -
jij blijft zo nieuw ondanks het vele reizen,
terwijl ik bijna zienderogen slijt...
Ze moeten mij natuurlijk veel gebruiken
op mijn gegevens kun je altijd aan.
De mens zegt waar hij heen wil reizen,
ik geef vertrek- en halteplaatsen aan."
Toen sprak de bijbel, en hij zuchtte even:"
"Ik ben de mensen niet zo naar de zin.
'k wijs wel de weg, maar, wat zij lastig vinden:
bij mij staan er geen aankomsttijden in!"
Uit: Zwerfgedichtjes van ds. J.J. Poort