In 1860 wordt ons kerkhof in gebruik genomen door de eerste pastoor van de St. Bernulphusparochie, J.G.H.C.Essink (1827 - 1902). De latere pastoor A.B. van Blaricum(1840 - 1919) voegt aan het kerkhof een stuk bouwland toe. In 1899 besloot het toenmalige kerkbestuur, onder voorzitterschap van pastoor A.B.M. Berendsen (1854 - 1930), tot een herziening van de bestaande indeling, waarbij ook een deel van de graven geruimd wordt. Een deel van het kerkhof wordt aangewezen voor priestergraven; een ander deel voor gedoopte kinderen, terwijl aan de bestaande derde klasse nog een vierde klasse wordt toegevoegd. Ook worden nieuwe begrafenisrechten ingevoerd en wordt een plattegrond gemaakt.
In 1896 komt een eerste Begrafeniswet tot stand. Tot 1899 wordt niet bijgehouden wie waar begraven wordt, maar in voorkomende gevallen wordt, voor wat betreft de aanwijzing van graven, afgegaan op het geheugen van de grafdelver die niet lezen of schrijven kan. De toen geldende tarieven passen in die tijd; vierde klasse geheel gratis, in de andere klassen “bij deftigen” iets meer en “bij harde vorst wordt het bedrag voor grafdelven verdubbeld”. Op 10 februari 1953 wordt van de gemeente Renkum, voor uitbreiding van het kerkhof 2.400 m2 grond aangekocht voor fl. 1,33 per m2. Het kerkhof wordt opnieuw verplaatst en op het nieuwe kerkhofgedeelte wordt een eenvoudige aula gebouwd. In de jaren tachtig van de vorige eeuw raakt het grote kerkhof vol. Daarom is het ruimen van graven nodig. Begonnen wordt met de ruiming van het oude gedeelte. De stoffelijke resten worden bijgezet in het verzamelgraf (links vooraan) dat door zijn vormgeving duidelijk herkenbaar is.
De namen van de overledenen waarvan de graven geruimd zijn, zijn, waar mogelijk met een foto van het grafmonument, in het archief vastgelegd. Omdat zo rond 1980 steeds meer mensen gaan kiezen voor crematie, is in 1982 een columbarium (aantal rijen van nissen boven elkaar om er urnen of asbussen in te plaatsen) gebouwd.
Om de hof achter onze kerk fraai maar ook doelmatig in stand te houden is in 1992 begonnen met een restauratieplan. Het onderhoud van het kerkhof o.a. het groen wordt verricht door een groep enthousiaste vrijwilligers (zie voorpagina) Bernulphusparochie, J.G.H.C.Essink (1827 - 1902). De latere pastoor A.B. van Blaricum(1840 - 1919) voegt aan het kerkhof een stuk bouwland toe. In 1899 besloot het toenmalige kerkbestuur, onder voorzitterschap van pastoor A.B.M. Berendsen (1854 - 1930), tot een herziening van de bestaande indeling, waarbij ook een deel van de graven geruimd wordt.