“De koster is het visitekaartje van de kerk”
Dat gold vroeger, maar dat geldt nog steeds.
Het koster-zijn is immers niet zo maar iets. De functie gaat terug tot de eerste eeuwen van het christendom, namelijk het ambt van ostiarius (sleuteldrager) ofwel portier en bewaker van kerkgebouw en inventaris. Als men vroeger als koster werd aangesteld, behoorde men vele taken uit te voeren, bezat men vele bevoegdheden en was men verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in en vaak rond het kerkgebouw.
Afhankelijk of men volgens schaal 1, 2 of 3 werd gesalarieerd, waren er de volgende functies: een kosterfunctie van beperkte aard, een kosterfunctie zonder beheerdersverantwoordelijkheid en een kosterfunctie met beheerdersverantwoordelijkheid.
Tot de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de koster behoorden:
Het openen en sluiten van het kerkgebouw op de daartoe aangegeven tijden.
Het in gereedheid brengen van het kerkgebouw voor samenkomsten van diensten en vieringen, huwelijksdiensten en begrafenisdiensten.
Het schoonhouden van kerkgebouw, alsmede de bijbehorende terreinen.
Het bedienen van de verwarmings- en geluidsinstallaties, alsmede keuken- en schoonmaakapparatuur.
Het verrichten van zogenaamd klein onderhoud, voor zover dit voortvloeit uit de functie.
Het verstrekken van koffie/thee, alcoholvrije dranken tijdens kerkelijke vergaderingen.
In overleg met de werkgever het regelen van incidentele verhuur van kerkgebouw, alsmede andere nevenruimten.
Het binnen het hiertoe gestelde budget aankopen van schoonmaakmiddelen, koffie, thee etc.
In overleg met de werkgever het geven van opdrachten tot kleine reparaties enz.
Het voeren van de administratie met betrekking tot exploitatie.
Het leiding geven aan tijdelijke of vaste huishoudelijke medewerk- (st)ers/hulpkosters.
De koster is verantwoording verschuldigd aan de commissie van beheer. Vroeger was het gewoon dat de koster een gemiddelde werkweek maakte van zestig tot zeventig uur, terwijl het loon dat hij ervoor kreeg zo laag was, dat de meesten er een bijbaantje als begrafenisondernemer, grafdelver of beheerder van het parochiehuis bij moesten nemen. De laatste bezoldigde kosters in de Bernulphusparochie zijn: dhr. Slakhorst, dhr. van der Zweep en Paul Reah. Ook hebben Jo de Smit, Walter Quartel en Suze Anzion langere tijd het kosterschap uitgeoefend. In onze parochiegemeenschap worden veel van bovengenoemde taken nog steeds nauwgezet uitgevoerd door 4 enthousiaste onbezoldigde koster(es)s: Joke Derksen, Gerrit Huisman, Harrie Schoot en Berry van Brakel. Op hen is nog steeds de definitie van toepassing: Een koster (van het Latijn custos = bewaker) is een persoon die, al dan niet bezoldigd, belast is met de dagelijkse zorg voor het kerkgebouw en belast is met de zorg van de liturgische paramenten (gewaden, die bij de openbare erediensten over de gewone kleding wordt aangetrokken) en het liturgisch vaatwerk.